vertrekken
Vertalingen
vertrekken
abreisen, abfahren, abfliegen, drehen, fortfliegen, fortgehen, ringen, winden, ausziehen, herrichtendepart, leave, quarters, absentonself, contort, driveaway, driveoff, flyaway, goaway, startoff, twist, absent, set out, take offpartir, démarrer, tordre, s'en aller, partir (pour), quitter, aller, enleverيَبْدَأُ رِحْلَة, يَرْحَلُ, يُقْلِعُodjet, vydat se, vzlétnoutafrejse, drage ud, letteαναχωρώ, απογειώνομαι, ξεκινώ για ταξίδιdespegar, partir, salirlähteä, lähteä matkaan, nousta ilmaankrenuti, odlaziti, poletjetiavviarsi, decollare, partire並べる, 出発する, 脱ぐ이륙하다, 출발하다dra ut, fjerne, reiseodejść, wystartować, wystawićlevantar voo, partir, procurarвзлетать, отправляться, отправляться в путьavgå, köra iväg, ta itu medเริ่มออกเดินทาง, บินขึ้น, ออกเดินทางayrılmak, çıkarmak, düzenlemekcất cánh, khởi hành出发, 开始, 起飞, 离开離開 (vər'trɛkə(n))werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd vertrok
1.
ongemerkt en met onbekende bestemming weggegaan zijn
voltooid deelwoord is vertrokken
weggaan De trein vertrekt van spoor 4. We vertrekken pas volgende week zaterdag. ongemerkt en met onbekende bestemming weggegaan zijn
2. ze trok een grimas omdat ze pijn had
3. met een strak gezicht
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.