organiseren

Vertalingen

organiseren

organisieren, einrichten, besteigenorganize, mountorganiser, arranger, combiner, monterorganizar, montarorganizzare, ordinare, montareيَقُومُ بِ, يُنَظِّمُorganizovat, rozběhnoutorganisere, stigeανέρχομαι, οργανώνωjärjestää, noustaorganiziratiのぼる, 組織する오르다, 조직하다bestige, organiserewspiąć się, zorganizowaćorganizarорганизовывать, провестиbestiga, organiseraขึ้น ม้า ไต่เขา, จัดการorganize etmek, tırmanmaktổ chức组织, 发起組織 (ɔrxaniˈzerə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd organiseerde , voltooid deelwoord heeft georganiseerd
(een gebeurtenis) voorbereiden en laten gebeuren een feest organiseren
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.