uitlaten

Vertalingen

uitlaten

auslassen, verpassenoverlook, release, leaveout, omit, walklâcher, omettre, promener, répandre, dégager, reconduiremettere in libertà, sciogliere (ˈœytlatə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd liet uit , voltooid deelwoord heeft uitgelaten
naar buiten laten gaan de hond uitlaten
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.