overeenkomen

Vertalingen

overeenkomen

sich verständigen, übereinkommen, verabreden, vereinbarenagree, becorrect, beright, get alongconvenir (de), correspondre (à), s'accorder (avec), tomber d'accord (sur/pour), coïncider (ovərˈenkomə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd kwam overeen , voltooid deelwoord is overeengekomen
1. afspreken een salarisverhoging overeenkomen met je werkgever
2. op elkaar lijken Het verhaal komt helemaal niet overeen met de werkelijke gebeurtenissen.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.