nalaten

Thesaurus
Vertalingen

nalaten

hinterlassen, testieren, unterlassen, vererben, verpassenbequeath, overlook, fail, leave, leavebehind, leaveout, makeawill, neglect, omit, forgetomettre, laisser, négliger (de), léguer, manquer (ˈnalatə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd liet na , voltooid deelwoord heeft nagelaten
1. niet doen wat je eigenlijk wel zou moeten doen Hij heeft nagelaten zijn fiets op slot te zetten.
2. laten krijgen na je dood Haar geld liet ze na aan een goed doel.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.