honen

Thesaurus
Vertalingen

honen

äffen, foppen, spotten, verspottenmock, jeerat, makefunofbafouer, conspuer, parler d'un ton sarcastique (honə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd hoonde , voltooid deelwoord heeft gehoond
neerbuigend de spot drijven met (iemand) Het publiek hoonde de voetballers na hun nederlaag.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.