vorderen

Vertalingen

vorderen

erfordern, erheischen, fordern, fortschreiten, Fortschritt machen, requirieren, verlangen, vorschreiten, zumutenrequisition, advance, demand, exact, postulate, progress, require, seizeavancer, demander, exiger, progresser, réquisitionner, percevoir ('vɔrdərə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd vorderde
1.
voltooid deelwoord is gevorderd
verder komen, vooruitgaan In vier dagen was het leger honderd km gevorderd. Het werk vordert langzaam. naarmate de film vordert
2.
voltooid deelwoord heeft gevorderd
(geld, goederen, een straf enz.) eisen In geval van een onderzoek kan de politie persoonlijke gegevens vorderen. De officier van justitie had € 300.000 gevorderd. Toen de oorlog uitbrak, vorderde de regering alle vaartuigen. terugvorderen
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.