schrijven

Vertalingen

schrijven

(ˈsxrɛivə(n))
zelfstandig naamwoord onzijdig
meervoud -s
brief Wij hebben uw schrijven van 17 maart jongstleden in goede orde ontvangen.

schrijven

schreiben, abfassen, Brief, verfassen, Schriftwrite, compose, create, letter, writingécrire, composer, lettre, composition, écritureγράφω, γραφήescribir, escrito, escriturascrivere, vergare, scritturaكِتَابَة, يَكْتُبُpísmo, psátskrift, skrivekirjoittaa, kirjoituspisati, tekst書いたもの, 書く글씨를 쓰다, 저작skrive, skrivingnapisać, pisanieescrever, escritaписание, писатьskrift, skrivaเขียน, งานเขียนyazı, yazmakbài viết, viết作品, לכתוב (ˈsxrɛivə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd schreef , voltooid deelwoord heeft geschreven
1. taal vastleggen in schrift (1) netjes tussen de lijntjes schrijven Schrijf je dat met een hoofdletter?
2. (een tekst) laten ontstaan een verslag van de wedstrijd schrijven voor het clubblad Pas sinds kort schrijft hij zijn boeken op een computer.
3. (iemand iets) laten weten in een geschreven bericht Ze schreef dat ze gisteren in Peking was aangekomen.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Collins Multilingual Translator © HarperCollins Publishers 2009