kleden

Vertalingen

kleden

ankleiden, anziehen, bekleiden, kleidenclothe, dress, habithabiller, vêtir, revêtir, faire habillé, couvrirvestirvestidoabitoплатьеفستانφόρεμαрокляkjoleドレス드레스 (ˈkledə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd kleedde , voltooid deelwoord heeft gekleed
kleren aandoen zich warm kleden in de winter smaakvol gekleed gaan
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.