graven

Thesaurus
Vertalingen

graven

graben, wühlendig, spade, grub, rootcreuser, Grez‐Doiceau, extraire, fouir (le sol), foncerescavar, cavarкопать, рытьbadile, vanga, scavareيَحْفِرُkopatgraveσκάβωcavarkaivaakopati掘る(...을) 파다gravekopnąćgrävaขุดkazmakđào (ˈxravə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd groef , voltooid deelwoord heeft gegraven
(een gat) in de grond maken op het strand een kuil graven met een schep een graf graven een kanaal graven met graafmachines
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.