Jump to ratings and reviews
Rate this book

Kto się boi Karola Darwina? Feminizm wobec teorii ewolucji

Rate this book
Why should feminism and the biological sciences be at odds? And what might be gained from a reconciliation? In Who's Afraid of Charles Darwin? Vandermassen shows that, rather than continuing this enmity, feminism and the biological sciences―and in particular evolutionary psychology―have the need and the potential to become powerful allies. Properly understood, the Darwinian perspective proposed in this volume will become essential to tackling the major issues in feminism.

336 pages, Paperback

First published January 1, 2005

About the author

Griet Vandermassen

2 books14 followers
Philosopher interested in the tense relationship between feminism and evolutionary psychology/feminist and evolutionary accounts of gender difference.

Ratings & Reviews

What do you think?
Rate this book

Friends & Following

Create a free account to discover what your friends think of this book!

Community Reviews

5 stars
41 (25%)
4 stars
53 (33%)
3 stars
41 (25%)
2 stars
18 (11%)
1 star
5 (3%)
Displaying 1 - 25 of 25 reviews
Profile Image for Fons Mariën.
Author 5 books14 followers
March 7, 2020
Enkele jaren geleden las ik 'Darwin voor dames' (2005) van Griet Vandermassen, een ernstige studie van deze filosofe over de verhouding tussen het feminisme en de biologische wetenschappen (inzonderheid de evolutietheorie). Ik schreef er al over in mijn boek 'De slaap van de rede brengt monsters voort' (2019). Met dit boek , een beetje verwarrend 'Dames voor Darwin' genoemd, wil de auteur een update maken van deze problematiek. Met name de evolutiepsychologie, waarnaar ze al in haar eerder boek verwees, is in de laatste vijftien jaar verder verfijnd en geëvolueerd.

Griet Vandermassen is filosofe aan de faculteit wijsbegeerte van UGent. Zij doet onderzoek naar het conflict tussen feminisme en darwinisme. Het gaat inderdaad om een conflict, want sinds 'La deuxième sexe' van Simone De Beauvoir (1949) geldt als feministische stelling dat meisjes vrouwen worden door de opvoeding, niet door de biologische afkomst. Het gaat dan om de sociaal-constructivistische these die in conflict is met de biologische wetenschappen die zich ontwikkelden sinds de evolutietheorie van Charles Darwin. Of anders gezegd, het gaat om de oppositie tussen 'nature' en 'nurture' zoals dat in het Engelse jargon heet. Vandermassen onderzoekt vele aspecten van dit conflict (dat volgens haar een achterhaald debat is) en gaat in detail in op de verschillende wetenschappen die hiermee te maken hebben, zoals antropologie, primatologie, ethologie, evolutiebiologie, evolutiepsychologie... Zij behandelt talrijke kritieken vanuit feministische hoek op de (vroegere) gevestigde onderzoeken door mannelijke wetenschappers, kritiek die er inderdaad in geslaagd is de 'vrouwelijke' kant van het onderzoek naar diergedrag te belichten. En dat precies door bijdragen van vrouwelijke wetenschappers, bijv. in de primatologie. Maar die anderzijds er niet in slagen de fundamentele biologische kennis te weerleggen. Vandermassen wil feministen wakker maken voor wetenschappelijke kennis op het vlak van de biologie die niet te ontkennen valt. Zodus wil ze komen tot een 'darwinistisch feminisme'.

Zoals gezegd maakt ze een update in haar recente boek en stelt ze vast dat het klassieke feminisme nog niet veel geleerd heeft uit de voortgang van de wetenschap. Het klassiek feminisme blijft het moeilijk hebben met de biologische en evolutionaire kijk op de mens (wat historisch gezien erg begrijpelijk is omdat in vroegere tijden er soms een beroep gedaan werd op de biologische verschillen om de feitelijke tweederangspositie vrouwen te motiveren). Maar met de voortzetting van de kennis in de evolutiepsychologie is de sociaalconstructivistische visie op de mens en op genderverschillen helemaal niet meer houdbaar.

In een laatste hoofdstuk onderzoekt Vandermassen de 'metatheorie voor het feminisme'. Haar kijk op man-vrouwverschillen is anders dan de klassieke feministische visie en ze durft stelling te nemen tegen klassieke feministische standpunten: bijvoorbeeld stelt ze dat de loonkloof (in onze westerse samenlevingen) nauwelijks bestaat en in feite een keuzekloof is. Vrouwen kiezen nu eenmaal meer voor deeltijdse banen, die uiteraard minder betaald worden dan voltijdse banen (die mannen meestal hebben). Griet Vandermassen schaart zich ook achter die keuzes en zet zich af tegen een directief feministische attitude die steeds weer wil dat vrouwen kiezen voor een (voltijdse) loopbaan. Vandermassens visie op de man-vrouwproblematiek (onder meer op de twijfel van de man die niet meer weet waar hij aan toe is) is verfrissend en toch steeds gestoeld op grondig en degelijk wetenschappelijk onderzoek.

Dit is een heel belangwekkend boek, heel leesbaar geschreven voor een vrij breed publiek en daardoor iets meer verteerbaar dan haar vorige versie, die nog wetenschappelijker was. Ik kan het vooral vrouwelijke lezers met interesse in feminisme aanraden, maar weet waaraan je begint want een klassieke feminist staat hier voor uitdagende informatie en meningen.
Profile Image for Peter.
191 reviews5 followers
April 20, 2020
Boys will be boys – veel feministen haten de uitdrukking, omdat het gedrag volgens hun niet inherent eigen is aan jongens en mannen, maar van culturele makelij en een gevolg van opvoeding en socialisatie. In Dames voor Darwin ontmantelt Vandermassen de sociaal-constructivistische feministische theorie (dat ons gedrag en identiteit worden aangeleerd) en betoogt dat een evolutionair-psychologische theorie (dat gedrag en identiteit grotendeels vanuit onze biologische geschiedenis voortkomen) een veel betere verklaring biedt voor de verschillen tussen man en vrouw.

Zo is het een heidens karwei om te verklaren waarom je over de breedte bij de zoogdieren in de meeste gevallen dezelfde verdeling van stereotype gedrag vindt als bij de mens, waarom de evolutie alleen bij de mens sekse en genderontwikkeling losgekoppeld zou hebben van de biologie (de mens als tabula rasa die leert zich op een bepaalde manier te gedragen), om vervolgens via socialisatie tot hetzelfde resultaat te komen als die biologie. (Cf. p. 137-138.)

Toch laten metastudies zien, dat genderwetenschappers zich niet interesseren of bezig houden met biologische verklaringen van gedrag. Zo liet de analyse van 4000 artikelen tussen 1975 en 2009 in het invloedrijke tijdschrift “Sex Roles” zien dat slechts 25 ervan een biologisch perspectief noemden, en daarvan waren 16 uitgesproken negatief over die interpretatie en wuifden hem zonder argumenten weg. (115-116) Met zo'n academische blinde vlek wordt het sociaal-constructivisme een circle-jerk waarin men elkaar hevig knikkend kan vertellen dat ons gedrag allemaal aangeleerd. Genderonderzoekers “hebben blijkbaar niet alleen geen belangstelling voor biologie, maar verzetten zich zelfs actief tegen een biologisch perspectief (115) en het gevolg is “selectieve verslaggeving op basis van ideologische voorkeuren.” (116)

Een mindere kant van het boek vind ik, dat de kritiek die Vandermassen formuleert grotendeels praktisch en dus fragmentarisch is. Dat erkent ze ook, en verklaart al vroeg in het boek dat feministen er nu eenmaal verschillende, vaak tegenstrijdige opvattingen op na houden: er is niet één consistente, feministische theorie. (Het is feitelijk ook geen kritiek op het feminisme, maar op bepaalde interpretatiestromingen binnen het feminisme.) Dit weerhoudt een grondige deconstructie en leidt vooral tot een evolutionair onderbouwd feminisme, waarbinnen mannen en vrouwen biologisch verschillen. Als mannen en vrouwen evolutionair gezien verschillende belangen hebben in de voortplanting, kom je botsende voortplantingsstrategieën tegen, met verschillende prioriteiten, voorkeuren en behoeften (cf. 137-138), strategieën die inderdaad door wereldwijd, in verschillende culturen worden gevonden in allerlei verschillende onderzoeken (vrouwen selecteren op gezondheid, ambitie en succes; mannen op tekenen van vruchtbaarheid). Het verklaart ook het verschil in perceptie van seksuele behoefte tussen mannen en vrouwen, bijvoorbeeld, waarbij vrouwen seksuele interesse onderschatten en mannen aardig of geïnteresseerd gedrag van een vrouw juist interpreteren als seksuele interesse (cf. 266), iets wat “sexual overperception bias” wordt genoemd (een fenomeen waarmee ik niet bekend was).

Het patriarchaat is volgens evolutionair-psychologen veel ouder dan de mens en geen teken van macht maar van seksuele selectie. “Mannelijke dominantie is immers nagenoeg algemeen.” (293) Interessant genoeg zijn vrouwen door hun seksuele strategie, dus door vooral mannen te kiezen die competitief en ambitieus zijn, medeplichtig aan het ontstaan van het patriarchaat, waarbinnen competitieve, ambitieuze mannen de top van politiek en zakenleven innemen. (294) Zouden ze massaal gaan voor de lieve mannen, zonder dergelijke motivaties, dan zou het snel gedaan zijn met deze verdeling, stelt Vandermasse. (295) Feministen hebben gelijk dat het patriarchaat draait om de controle van de seksualiteit van vrouwen, maar hebben het mis als ze suggereren dat de belangen van mannen daarin verenigd zijn --- het is juist een gevolg van competitie. Dit is overigens geen kwestie van aanwijzen van schuldigen; het illustreert slechts dat ook vrouwen bijdragen aan het in stand houden van sekseverhoudingen --- en niet door een geïnternaliseerde zelfhaat, maar door een oud en ingebakken biologische voorkeur.

Één fenomeen dat Vandermassen aankaart is het idee van het bestaan van een “verkrachtingscultuur,” waarin mannen volgens feministen worden gesocialiseerd om seksueel grensoverschrijdend gedrag te vertonen. De sociaal-constructivistische theorie slaagt er volgens Vandermasse echter niet in om een reeks vragen te beantwoorden (269):

“Waarom zijn seksuele agressie en gedwongen copulatie in de rest van het dierenrijk algemeen, terwijl daar toch geen sprake van seksuele socialisatie is? Waarom zijn ook bij andere soorten nagenoeg altijd de mannetjes de agressors? Waarom is seksueel geweld van alle tijden en culturen? Waarom ervaren vrouwen een vaginale verkrachting doorgaans als meer traumatiserend dan een orale of anale verkrachting? Waarom zijn de meeste daders jongvolwassen mannen? Waarom stoppen ze ermee als ze wat ouders zijn, ondanks hun vermeende socialisatie tot seksuele geweldenaars? Waarom zijn de meeste slachtoffers uitgerekend jonge vrouwen? Waarom gebruiken de daders zelden excessief geweld? Waarom zijn sommige mannen verkrachters maar de meeste niet? Feministische analyses in termen van macht en een verkrachtingscultuur kunnen deze patronen op geen enkele manier verklaren.”

Een laatste kritiek die Vandermassen heeft op de huidige stand van zaken in het feminisme, is het feit dat ze gelijkheid van kansen en gelijkheid van uitkomst lijken te verwarren. (296-297) Ze betoogt dat veel van de verschillen in de samenleving het gevolg zijn van de verschillende wensen en behoeften van mannen en vrouwen. Des te meer mogelijkheden een samenleving vrouwen biedt, des te meer onderscheid lijkt er te zijn tussen hun invulling en die van mannen: ze kiezen wat ze willen, niet waartoe ze gedwongen worden. Ironisch genoeg, stelt Vandermassen, is het feministische beeld van succes (status en geld) erg mannelijk genormeerd. Vrouwen die een andere succesdefinitie hanteren, zoals geluk en gezin (waarvoor binnen egalitaire samenlevingen relatief vaker gekozen wordt), worden weggezet als gehersenspoeld door het patriarchaat. (301) Maar je zou dus kunnen stellen dat juist zij zelf de wensen van vrouwen wegcijferen, in ruil voor een opgelegde standaard van succes en ambitie.

Laat ik met de schrijfster vooropstellen, dat de vaststelling, dat mensen een geëvolueerde natuur delen die in sommige opzichten seksueel gedifferentieerd is, “houdt overigens geen enkele rechtvaardiging in van seksisme of ongelijke kansen in, omdat het idee van menselijke gelijkwaardigheid geen empirische hypothese is maar een morele positie.” (117) Evolutionaire psychologie observeert en verklaart, het zegt niet wat mensen moeten doen; het is descriptief en niet prescriptief. Maar haar onderzoek kan wel helpen mensen beter te begrijpen en die kennis inzetten voor een betere samenleving. Niet een waar de uitkomst voor iedereen hetzelfde is, maar waar de kans op zelfontplooiing voor iedereen gelijk is. Dan kunnen man en vrouw kiezen wat voor invulling ze aan het leven willen geven, zonder dat ze in een mal gedwongen worden door conservatieven enerzijds en feministen anderzijds. (314)

Dat is een belangrijk onderscheid, dat nogal eens uit het oog verloren wordt. Natuurlijk gaat het om gemiddelden, en de gemiddelde mens bestaat niet, maar "we kunnen het besef van die diversiteit en het respect ervoor aanwakkeren zonder te ontkennen dat de meeste mensen op de meeste vlakken wel degelijk seksetypisch zijn,” sluit Vandermassen haar boek af. “Dat is niet alleen wetenschappelijk bewezen, maar gezien het feit dat we geëvolueerde zoogdieren zijn niet meer dan logisch. Een beleid dat zowel het individueel als het algemeen welzijn wil bevorderen, moet daar altijd rekening mee houden." (314)

Dit boek werd in een reviewer op goodreads terzijde geschoven als seksistisch, wat ik opmerkelijk vond. Ze deed het zonder argumenten of voorbeelden, wat klinkt als de 4000 onderzochte artikelen die eerder genoemd zijn. Ik vind het juist een goed onderbouwd boek, met een uitgebreide literatuurlijst en verwijzingen naar uitgebreide onderzoeken. Het geeft me handvatten om feminisme niet af te schrijven als iets waarin ik me niet kan herkennen, maar me juist de hoop geeft dat binnen feminisme ook kan worden gekeken naar onze biologische verleden en basis. En dat we niet gelijk hoeven te zijn, niet dezelfde dingen na hoeven te streven in het leven, maar dat werkelijke gelijkheid ligt in het feit dat onze ambities in het leven op allerlei verschillende vlakken kunnen liggen.

P.S. Het is lastig een evenwichtige review te schrijven van een boek dat tegelijkertijd een (nieuwe) theoretische basis probeert te leggen en aan de hand van praktische voorbeelden probeert te illustreren waar de oude theoretische basis faalt. Ik heb enkele voorbeelden naar voren gebracht, maar komt wellicht nogal kort door de bocht over. Mijn advies is om dit boek te lezen, het is goed geschreven en vlot leesbaar. Ik ben benieuwd naar wat jij ervan vindt.
Profile Image for Bavo Van Eyken.
137 reviews5 followers
March 26, 2020
Men zegt soms dat ik de neiging heb om te overdrijven. Het kan dus zijn dat deze recensie elementen bevat die een beetje overdreven zijn.

Gaslighting is een vorm van psychologische manipulatie waarbij een persoon of een groep heimelijk twijfel zaait bij een gericht individu, waardoor ze hun eigen geheugen, perceptie of oordeel in twijfel trekken, waarbij ze vaak cognitieve dissonantie en andere veranderingen oproepen.

Wat heeft gaslighting met het boek Dames voor Darwin te maken? Ik had recent een discussie over kinderen, met een vriend die twee kinderen heeft, een zoon en een dochter. Zelf heb ik drie dochters en een zoon. Het ging over de verschillen tussen beide geslachten. Ik vertelde dat één van mijn dochters onlangs thuis kwam van school en zei: 'soms speel ik niet graag met jongens, want die zijn zo wild'. We hadden het over de oorzaken van die verschillen, en hoewel hij niet 'all the way' ging, kwam het er toch op neer dat het gedrag van zowel meisjes als jongens zeer sterk bepaald en gestuurd wordt door de omgeving, en dat het misschien wel dubieus is om te benadrukken dat er een groot fysiek verschil is tussen het hebben van een baarmoeder en het hebben van zaadleiders, en dat dat een grote impact heeft/kan hebben op de psychologie. Ik had dit boek nog niet gelezen, en stond maar een beetje te stamelen.

Nu heb ik het boek wel gelezen, en ik blijf met het wrange gevoel zitten dat hedendaagse gelijkheidsfeministen (vrouwen = mannen en geen enkel verschil tussen beiden kan/mag biologisch of evolutiepsychologisch verklaard worden want dan zijn ze niet meer gelijk) ook aan gaslighting doen. Alles wordt in een eng en wetenschappelijk zeer dubieus kader geduwd dat blijkbaar voornamelijk ideologisch is. Dit is dus geen wetenschap, maar activisme op faculteiten, met een angstaanjagend pensée unique tot gevolg. Een mening die niet in het kraam past wordt dan al snel weggezet met boutades over het patriarchaat, en zo heb je altijd gelijk.

Deze denkbeelden passen in de hele 'woke' cultuur die uit de Angelsaksische wereld is komen aanwaaien, waarbij identiteit het allerbelangrijkste is (niet de ideeën van iemand), en vaak herleid lijkt te worden tot een amalgaam van sociaal-constructivistische bouwblokken die verklaren waarom deze of gene er het allerslechtst aan toe is. Je bent dus geen wetenschapper die toevallig een vrouw is, neen, je bent een feministische wetenschapster die strijd tegen het zachte seksisme dat overal welig tiert.

Ik ben voor een gelijke behandeling van iedereen, ik ben voor mensenrechten, ik ben voor gelijke kansen, maar ik ben ook voor wetenschap (geen cherrypicking van data om ideologisch te scoren), ik ben voor pragmatiek, en dan kan je zeggen: een man is geen vrouw. De meeste mensen voelen zich 100% het één, of 100% het ander. Dit is een biologisch gegeven dat overal in het dierenrijk is ontstaan om genetische diversiteit te garanderen bij de voortplanting. Deze beide geslachten zijn op een bepaalde manier geëvolueerd en anders geëvolueerd. De strijd en het spel rond voortplanting heeft bepaalde patronen bij mannen anders ingebakken dan bij vrouwen en dat is de evolutiepsychologische context waarin we leven. Dit is een zeer duidelijke theorie die de evolutiepsychologie toelaat om voorspellingen te doen die getoetst kunnen worden.

Op pagina 276 staat de perfecte samenvatting van waarover dit boek gaat, en waarom de inhoud ervan verplichte kost zou moeten zijn voor iedereen die een mening heeft over natuur vs. cultuur, de verschillen tussen man en vrouw en all things feminism:

"De natuur-cultuurdichotomie is hopeloos achterhaald. Hetzelfde geldt voor pogingen om genderverschillen te herleiden tot culturele rolpatronen die op anatomische verschillen zijn geënt. De realiteit is tegelijk complexer, interessanter en veel eleganter. Socialisatie is enorm belangrijk, maar kan ons gedrag niet mee vormgeven zonder de sturing van aangeboren neigingen en vermogens die het product van onze evolutionaire voorgeschiedenis zijn. Mannen en vrouwen zijn geen hompen klei die in elke willekeurige vorm kunnen worden gekneed. Ze zijn actieve participanten in hun eigen ontwikkeling, die handelen op contextgevoelige manieren die ooit voor beide seksen adaptief waren en dat grotendeels nog altijd zijn. Dit inzicht ontbreekt in de feministische theorievorming, met jammerlijke gevolgen als een overdaad aan ontoereikende of ondeugdelijke analyses, interne verplintering, inadequate politieke actie en een schrijnend gebrek aan publieke aantrekkingskracht. Veel gewone vrouwen en mannen herkennen zich immers totaal niet in de sociaalconstructivistisch geïnspireerde analyses en doelstellingen van het huidige feminisme."
Profile Image for Josse Noynaert.
42 reviews
January 11, 2024
Dit boek is een kritiek op feministische kritiek op evolutietheorie. Er staan heel veel goeie ideeën in, maar die worden dan weer afgewisseld met hele slechte.
Ik ga wel akkoord met de notie van een evolutie-achtergrond voor menselijk gedrag. Het tussendoor feministes bashen minderde het leesplezier enorm. Een beetje een extreme tweedeling tussen enerzijds de altijd neutrale wetenschappers die vroeger fouten maakten, maar nu niet meer hoor!!, en anderzijds de wereldvreemde feministes die "het niet snappen". Ik ben geen expert in dit vak, maar zelfs ik herkende hier en daar strawman-argumenten. De wetenschapsfilosofie van Thomas Kuhn bijvoorbeeld werd heel slecht gerepresenteerd. Daar weet ik toevallig iets meer over, en Kuhn-slander wordt in dit huishouden niet getolereerd.
Profile Image for Lissa Roggeman.
33 reviews
June 7, 2023
⭐ 2,5

In het eerste deel van het boek besprak de auteur heel gedetailleerd het feminisme en wat er (wetenschappelijk) allemaal fout loopt. Door de vele details raakte de boodschap voor mij wat ondergesneeuwd.

In het tweede deel van het boek gaat het leer over de verschillen tussen sekse. Dit deel vond ik meer begrijpbaar en behapbaar geschreven.

Griet Vanderlassen vertrekt steeds vanuit de biologie (wat de opzet van dit boek was) maar haalt voor mij nog te weinig de hedendaagse, maatschappelijke belemmeringen aan (voor zowel vrouwen als mannen). Want ik blijf ervan overtuigd dat onze maatschappij zo ingericht is dat vrouwen en mannen bepaalde belemmeringen ondervinden die hen opgelegd zijn door de organisatie van onze maatschappij. Dit zorgt ervoor dat ik na het lezen met nog meer vragen dan antwoorden zit. Dat het boek niet zo vlot leest (zeker het eerste deel), draagt hier zeker niet aan bij.
Profile Image for Joanna Slow.
432 reviews46 followers
December 19, 2019
W „Kto się boi Karola Darwina? Feminizm wobec teorii ewolucji” Griet Vandermassen analizuje ewolucyjne przyczyny zachowań rozpowszechnionych wśród naczelnych, stojące za rozwojem patriarchatu u ludzi.
Nie ignoruje istotności kwestii kulturowych, udowadnia jednak, że powszechność wzorców kulturowych umożliwiających i sankcjonujących sprawowanie kontroli nad seksualnością kobiet, może być w prosty sposób wyjaśniona ewolucyjnie. Uniwersalne wzorce kobiecości i męskości występują na całym świecie, ale to wcale nie oznacza, że powinniśmy je hołubić. Determinizm wynikający z ewolucji odnosi się przecież wyłącznie do przyczyn i nie usprawiedliwia skutków. Naturalne nie zawsze oznacza dobre i odwrotnie. Idea „dobrego dzikusa” już dawno poszła do lamusa.
Dużo w tej książce przystępnie podanej wiedzy, a ponieważ sięgnęłam po nią przed lekturą „Tabula rasy” Pinkera, wielokrotnie szeroko otwierałam oczy dowiadując się nowych rzeczy.
Niestety, „Kto się boi Karola Darwina” ma tez poważną wadę, która znacząco zmniejsza przyjemność z lektury. Autorka nie poprzestaje na przedstawianiu wyników badań i naukowych hipotez, jest na ciągłej wojnie z tzw. „nie-darwinistowskimi” feministkami zarzucając im nienaukowość i biofobię. Odnosiłam wrażenie straszliwej stronniczości, gdy broniła wypowiedzi niektórych naukowców traktując ich androcentryczne wypowiedzi, jako językowe lapsusy, jednocześnie selektywnie przedstawiając pewne wypowiedzi, by udowodnić ignorancję feministek zajmujących się kulturową konstrukcją ról płciowych. A ja zmęczyłam się na tej nie swojej wojnie.
Profile Image for Jozef.
181 reviews25 followers
October 15, 2019
Indrukwekkend boek over de evolutionaire basis van de verschillen tussen mannen en vrouwen. Onderweg fileert Griet Vandermassen ook nog tal van misvattingen die door bepaalde feministische groepen worden verspreid en die uiteindelijk de vrouwen alleen maar schade aanrichten.
Ik ben jaren geleden aan haar vorige boek (Darwin voor Dames) begonnen en aan pag 100 gestopt omdat het te zwaar was. Maar deze herwerkte versie is veel leesbaarder geschreven zonder in te boeten in grondigheid.
Zeker ook de moeite voor mensen die geïnteresseerd zijn in evolutionaire psychologie.
Profile Image for Nele Fraeyman.
142 reviews
February 4, 2020
Interessante, maar ook droge kost met momenten. De auteur is heel overtuigd van haar eigen gelijk, en weet ook de lezer daarvan te overtuigen (want het klinkt allemaal heel logisch). Wel jammer dat ze niet wat terughoudender is in haar schrijfstijl, die op zijn zachtst gezegd neerbuigend kan worden genoemd in sommige stukken.
18 reviews
August 11, 2019
Must read. Genuanceerd, degelijk en wetenschappelijk onderbouwd over de verschillen tussen mannen en vrouwen vanuit evolutionair psychologisch perspectief.
Profile Image for Piotr.
19 reviews15 followers
April 30, 2020
"Antoinette Brown Blackwell was the first woman to publish a critique of The Descent of Man, four years after its publication. Darwin (and Spencer), she argued in The Sexes throughout Nature (1875), had not given enough attention to the role of females in natural and sexual selection."

Griet Vandermassen believes that that science should be fact, not ideology-driven. While a lot of science was created from a male-dominated culture, or by male scientists, she believes in the self-correcting mechanism. In particular, a lot of progress in understanding sexual behavior in primates was because of female researchers studying the behavior of apes (rather than pushing one agenda or the other).

In a typical feminist group, the phrase "evolutionary psychology" is unlikely to meet with favorable reactions. However, like every other animal, our bodies and minds are a result of natural selection for traits that favored survival and reproduction. All evolutionary psychologists acknowledge the role of nature and nurture. At the same time, a lot of people without a biological background try to push the "blank slate" (which also includes no innate gender differences).

"To set humans apart from even our closest animal relatives as the one species that is exempt from the influences of biology is to suggest that we do indeed possess a defining "essence" and that it is defined by our unique and miraculous freedom from biology. The result is an ideological outlook eerily similar to that of religious creationism." - Ehrenreich and McIntosh (as quoted in the book)

She quotes feminists both from "biophobic feminism" and "Darwinian feminism" camps, trying to find critical misunderstandings or hidden assumptions. She talks about common fallacies, such as:
- Natural is good.
- "Is" means "ought to" (just because there is a gender difference does not mean we need to amplify it).
- Natural selection is about how things should be (if it were true, medicine would be pointless BTW).
- That evolution has a goal, or that the participants consciously optimize their fitness.
- Darwinism support capitalism or so.
- Various Arcadia myths (that primordial societies were more peaceful, etc.).
- Gender is purely a social construct (if this were true, we would have no transexual people).
- Facts are the same as values.

In all of these points, she is diligent in finding a concrete quotation from a mainstream feminist and then contrasts it with scientific facts. Griet is an opponent of biased science, where there are taboo questions (e.g., on gender differences), censorship towards which results are worth mentioning, or research with only one desirable outcome (aligning with one ideology or the other).

Finally, she writes about the predictive power of evolutionary psychology. For example, culture alone does not explain why most restrictions towards women are in their reproductive age or why do step-children are more likely to be mistreated than biological children. Therefore, evolutionary psychology does provide a tool for feminism in identifying the most vulnerable people.

What I liked less about this book was that the book was uneven - some chapters were fact-dense and up-to-the point, while others felt watered down and repetitive or circular (especially about the philosophy of science).
Profile Image for Carmel-by-the-Sea.
120 reviews19 followers
January 4, 2020
„Kto się boi Karola Darwina? Feminizm wobec teorii ewolucji” to dla mnie, obok „Epoki człowieka”, najbardziej odkrywcza na poziomie nowych idei, i przez to niezwykle inspirująca, pozycja roku 2018. Obie książki to duży ładunek ważnych i nierozwiązanych problemów społecznych z ciekawie wplecionym opisem nauki w działaniu.

Vandermassen za główny cel pracy, postawiła sobie polemikę z argumentami tych feministek, które odrzucają część bądź całość ewolucjonizmu darwinowskiego. Zasadnicza teza filozofki to dowiedzenie, że autorki feministycznych manifestów, artykułów, wystąpień i książek dopuszczają się licznych nadużyć i manipulacji, gdy analizują konsekwencje neodarwinizmu. Obraz płci, jaki według aktywistek wyłania się z teorii ewolucji, jest dla nich często nieakceptowalny z różnych powodów. Filozofka zarzuca im świadomie przekłamania, niedouczenie czy ideologiczne uprzedzenia. Nie jest przy tym gołosłowna. Przytacza bardzo szeroko przykłady na poparcie swoich tez. Sama, jako zadeklarowana feministka ewolucyjna, podkreśla różnicę między uprawnionym i potrzebnym procesem domagania się równouprawnienia płci a niesłuszną tezą, że wszystkie postulaty feministek mają taką samą moc i są równie sensowne (słuszny cel nie może się odbywać kosztem możliwego do osiągnięcia stopnia obiektywizmu ustaleń nauki).

Książka jest bardzo dobrze zrównoważonym dyskursem trzech typów narracji. Pierwszy, to bezpośrednia polemika z tezami feministek, drugi jest ogólnym wstępem do określonej grupy zagadnień naukowych leżących u podstawy feministycznych zastrzeżeniami (tj. fundamentów doboru naturalnego i doboru płciowego, adaptacji, podstaw teorii umysłu, socjobiologii, psychologii ewolucyjnej, itp.…), zaś trzeci to ciekawe przedyskutowanie metodologii nauki. Całość buduje spójny obraz argumentacji, dając czytelnikowi poczucie, że nic ważnego nie pozostaje niedomówione.

Vandermassen bardzo ciekawie opisała podstawy teoretyczne różnych światopoglądowych uprzedzeń z doborem naturalnym w tle, które czasem przybierają formę biofobii. Formalnie – przeanalizowała darwinizm społeczny, postmodernizm, konstruktywizm społeczny i błąd naturalizmu, które między innymi stawiają bezpodstawnie zarzuty naukowym ustaleniom dotyczącym różnic p��ciowych w kontekście ewolucji biologicznej. To chyba najbardziej kontrowersyjne fragmenty książki, ale i najciekawsze. Ile z nas jako jednostek psych-społeczno-kulturowych, wprost i pośrednio wynika z biologii? Część feministek na negacji biologicznego zdeterminowania płci zbudowało fundamentalne votum nieufności wobec nauki jako takiej. Większość przykładów, które ideologicznie wynaturzają sens ewolucji, autorka posiłkując się podstawami metodologii nauki, poddała dekonstrukcji i wykazała ich niespójności różnego poziomu. Ciekawe były na przykład analizy błędów formalnych i niedociągnięć logicznych, np. (str. 73):

„Jeśli uważamy, że wiemy, co jest dobre dla kobiet, musimy założyć, że wiemy, czym jest dobro i zło, a tym samym przyjąć z góry epistemologię inną, niż ta, której chcemy bronić.”

Niepoprawne wnioski, które w piśmiennictwie części feministek się pojawiają, wynikają z nieuprawnionego mieszania warstw poznania. Najcz��stszy błąd, to mylenie tego 'jak jest' z tym 'jak być powinno'. Co kilkadziesiąt stron książki autorka wraca do tej fundamentalnej myśli. Bez zrozumienia tego, że teoria ewolucji, jako komponent nauki, ma charakter dyskursywny, a nie normatywny, nie uda się niektórym feministkom włączyć się poważnie w główny nurt dyskusji. Dychotomia i zderzenie 'nauka vs kultura' to pozorne zjawisko i niepłodny w odpowiedzi trop, z którego należy zrezygnować. Socjalizacja ludzi odbywa się na różnych poziomach, lecz u jej podstawy leży predyspozycja organizmu wynikająca z biologii. Stąd bez odwołania się do ewolucjonizmu, wyjaśnienie wielu złożonych zachowań ludzkich, w szczególności różnic płciowych i ich konsekwencji, jest niemożliwe. Przemocowe zachowania mężczyzn, różne strategie rozrodcze obu płci czy rozwój patriarchatu, mają silne umocowanie w biologii. Dość etykietujące i stereotypowe spojrzenie, które można by sprowadzić do stwierdzenia, że Harlequin jest dla kobiet tym, czym dla mężczyzn pornografia, jakoś w swym prymitywizmie zdaje się potwierdzać w badaniach i ewolucyjnie tłumaczyć (str. 263).

Książka może być bardzo pomocna na przykład osobom, które nie mając formalnego wykształcenia biologicznego, stanęły przed problemem – jak ustosunkować się do czasem sprzecznych interpretacji konsekwencji społecznych, psychologicznych czy kulturowych, które pojawiły się w cywilizacji po ogłoszeniu teorii Darwina. Vandermassen przypomniała kilka historycznych pomyłek – lamarkizm, frenologię, eugenikę - by pokazać klasyczne ślepe uliczki. Różne błędne czy zbyt daleko idące wnioski środowisk ‘gender studies’ wypunktowała bez niedomówień. Posiłkowała się wiedzą specjalistów i, jeśli to wystarczało, własnym doświadczeniem badawczym. W efekcie pokazała, że nauka musi dążyć do rugowania kulturowych naleciałości z procesu dowodzenia (str. 53-55). Kobiety, jako badaczki, wprowadziły pewien element nowego spojrzenia i świeżość do zakresu pytań o człowieka, ale metodologia wciąż jest taka sama. Nauki społeczne nie maja wyboru - mimo, że ich przedmiot badań jest kulturowo warunkowany, to w samym jądrze ich rozwoju tkwi nieuchronna metoda przejęta z nauk podstawowych i przyrodniczych.

„Kto się boi Karola Darwina?” jest popularnie przeprowadzonym wywodem, który polemizuje z błędnym rozumieniem ewolucji. Jest sporo ludzi aktywnych społecznie, którzy nawołują współobywateli do pewnych postaw, wychodząc z błędnych przesłanek. To może być niebezpieczne. Język autorki nie jest męczący, wręcz przeciwnie, lekko płynie wraz z przyswajanymi przykładami interpretacji teorii Darwina. Filozofka potrafi pisać ze swadą i ciekawie na tematy, które choć poważne i wciąż stanowiące front badań, wymagają zajęcia przez nas jakiegoś stanowiska. Autorka wykazała się odwagą, by odrzucić część feministycznych postulatów, gdy fakty im przeczą. Sporo ustaleń, stanowiących ‘wątek poboczny’ głównej narracji, ciekawie ubarwia całość. Zapamiętałem chociażby analizę intencjonalnych przekłamań w przytaczanej powszechnie liczebności populacyjnej obojnactwa (str. 149-150), czy ciekawe obserwacje źródeł promiskuityzmu kobiet/samic wśród naczelnych (str. 178-181, 260-261).

Zapewne dla czytelników prac Helen Fisher, Davida Bussa, Simona Baron-Cohana czy Stevena Pinkera, spore partie tej książki będą powtórzeniem dobrze znanych treści o naturze człowieka i różnicach płciowych w kontekście ewolucji, to jednak warto przeczytać pracę Vandermassen, jako podsumowanie i konfrontację z niektórymi feministycznymi ideami.

Gorąco zachęcam - niewyczerpująca intelektualnie, a przy tym wartościowa, lektura.

BARDZO DOBRE - 8/10
Profile Image for Katrien.
569 reviews4 followers
August 26, 2022
Interessant boek.
Ik heb me wel door de eerste stukken moeten worstelen, waar het vooral over feminisme gaat, maar het stuk over evolutiepsychologie daar ben in doorgevlogen wegens zeer boeiend.

Ik heb het boek uitgeleend uit de bib nadat ik de podcast Verboden Terrein (van de Ugent, met Maarten Boudry als interviewer) met Griet Vandermassen had beluisterd en bijzonder boeiend vond. En toen ik haar foto op de achterflap zag, realiseerde ik me dat ik haar ook gezien had inde aflevering van Taboe (van Philip Geubels) over vrouwen.

Heel boeiende materie.
Profile Image for Evie.
Author 1 book21 followers
Read
July 31, 2012
A painful and debilitating read. The author clearly lacks insight into the social world and seems to blindly ignore the problems with or surrender to the demands of the male-dominated academia. This is not a scientific book, it is dogma. Badly argued, full of caricatures of feminism, circular reasonings and flawed scientific evidence.
November 30, 2022
A thought-provoking book to say the least. I think it is not necessary to agree fully with an author, it is the fact that Griet took such a huge effort in thoroughly researching this topic that brought me to a five-star rating. I learnt a lot about feminism, some of its flaws, some of its realizations, I read some of the voices attacking the book, etc. Well done, Griet, you helped us a lot!
Profile Image for Elien.
124 reviews3 followers
September 19, 2021
Griet, Griet, Griet... Alhoewel ik dankzij dit boek bijgeleerd heb (vooral over de biologische verschillen tussen man en vrouw), voelde dit boek aan als een paper die een student snel-snel moest afwerken en die er daarom maar zoveel mogelijk bronnen in gooit en citeert. Griet haar boek moest ook aan hoge verwachtingen voldoen na Cynical Theories te hebben gelezen van James Lindsay en Helen Pluckrose, dus je kan zeker zeggen dat ik dit boek niet zo objectief beoordeel. Ik heb een aantal zinnen aangeduid om absoluut te onthouden, maar het is geen boek dat ik zal herlezen.
Profile Image for Joanna Kowalska.
44 reviews2 followers
February 21, 2023
Na studiach kulturoznawczych gardziłam socjobiologią. Jednak po latach, przyznaję, nie jest to tak głupia nauka jak mi się wydawała. Mój błąd. I przełamała mnie do zmiany mojego zdania również ta książka. Cenię ja sobie za pokazanie że wprowadzenie perspektywy ewolucji w kształtowaniu się człowieka do działań feministycznych wcale nie jest oksymoronem. Warto się z tą pozycją zapoznać i przełamać stereotypy złego darwinizmu.
Author 3 books6 followers
August 15, 2019
A fascinating read. A perfect synthesis of the fields of sociobiology and feminism as it was in 2005.
3 reviews
May 10, 2021
Dit boek geeft een interessante kijk op feminisme en een verfrissende blik in het huidige debat.
196 reviews3 followers
January 3, 2023
Diverse takken van het (sterk versnipperde) feminisme worden door Griet Vandermassen op overtuigende wijze als onwetenschappelijk, onbetrouwbaar en louter ideologisch gemotiveerd aan de kaak gesteld. Ze wijst er ook op dat het legitieme doel van het feminisme, het terugdringen van de achterstelling van de vrouw, hierdoor eerder tegengewerkt dan bevorderd wordt. Ze doet dit alles op een welsprekende, zeer belezen en erudiete manier, met relativeringsvermogen en zonder het kind met het badwater weg te gooien. Haar methodiek is gebaseerd op de aloude wetenschappelijke principes van tegensprekelijkheid, voorspellend vermogen van theorieën, kwantitatieve metingen, dubbelblindstudies, repliceerbaarheid van onderzoeksdata, statistische analyses en simpele logica, die tot objectieve kennis zouden moeten leiden. Deze principes worden helaas door sommige feministen radicaal verworpen als een louter patriarchale machtsgreep. Wat dan daarvoor in de plaats komt, is hun eigen politieke ideologie. Dat lijkt me geen vooruitgang, zacht uitgedrukt. Tegelijk geeft Vandermassen toe dat objectieve kennis niet altijd even gemakkelijk vast te stellen is. Maar wetenschap plukt de vruchten van voortschrijdend inzicht. Theorieën of interpretaties van vroeger, die onjuist, onvolledig, of te zeer patriarchaal bleken, kunnen bijgesteld worden, en dat gebeurt ook. Dat vrouwelijke onderzoekers sinds de jaren 1970 steeds meer deel gingen uitmaken van de academische wereld, heeft hier in belangrijke mate toe bijgedragen. Hoe jammer zou het zijn dat andere vrouwen dit weer gaan afbreken op basis van een aantal wetenschappelijk ongefundeerde idee-fixen. Griet Vandermassen kaart dit het hele boek door aan, waarbij ze recht-door-zee maar beschaafd haar bezwaren uit, hoewel je af en toe toch ook haar irritatie voelt doorsijpelen over zoveel dwaze hardnekkigheid.
Enfin, ik heb geen feministische literatuur doorgenomen, en ik ben dat na het lezen van dit boek ook niet van plan. Zeker niet als daarin passages voorkomen als deze (Donna Haraway, 1991): postmoderne feministen koesteren “niet de aloude droom van een gemeenschappelijke taal, maar van een sterke, onbetrouwbare heteroglossie”, en praten over “gesitueerde en belichaamde kennispatronen” die de mogelijkheid ondersteunen van “netwerken rond relaties die solidariteit genoemd worden in de politiek, en gedeelde conversaties in de kennistheorie.”
Vandermassen reageert hierop met: “Wie zich afvraagt wat Haraway nu precies bedoelt, heeft de boodschap niet goed begrepen, want ze hoopt juist ‘op een wereld die met elke illusie over transparantie en helderheid, elk ideaal omtrent de mogelijkheid van rationele communicatie heeft afgerekend’ “.
Hoe dit ooit tot een betere wereld kan leiden, is mij niet duidelijk, en Griet Vandermassen ook niet.
Profile Image for Harmpie.
3 reviews1 follower
June 27, 2020
De essentie van het verhaal komt duidelijk over en was daarom zeer informatief om te lezen. De structuur van het boek is zeer academisch waardoor het zeer bekend aanvoelt voor als je eens academische teksten hebt moeten lezen of schrijven. Haar belangrijk punten worden echter veel op gelijkaardige manieren besproken waardoor je soms het voel krijgt dat het al eens gelezen hebt zonder een nieuw voorbeeld of perspectief van te krijgen.
6 reviews
August 3, 2019
A clear and well written discourse on why the feminist movement should move away from social constructivism theories, which are often politically motivated, towards socio-biology and evolutionary psychology theories as this overarching framework provides a better explanation (and more predictability) for some of the differences measured between the sexes.
Displaying 1 - 25 of 25 reviews

Can't find what you're looking for?

Get help and learn more about the design.