verdragen

Vertalingen

verdragen

aushalten, ausstehen, austragen, dulden, erdulden, erleiden, ertragen, leidenbear, abide, carryout, endure, putupwith, suffer, tolerate, bear with, standsouffrir, supporter, tolérer, endurer, soutenir, subir, digérer, encaisser, traîner (vərˈdraxə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd verdroeg , voltooid deelwoord heeft verdragen
vervelende dingen dulden geen lawaai verdragen
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.