bezwijken

(doorverwezen van bezwijken)
Vertalingen

bezwijken

succumbcéder (à), mourir, succomber (à), lâchersoccombere (bəˈzwɛikə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd bezweek , voltooid deelwoord is bezweken
iets niet meer kunnen verdragen (en daardoor kapot gaan of sterven) De brug is onder de zware last bezweken. bezwijken aan zijn verwondingen bezwijken voor de verleiding
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.