Wis - vertalen wis definitie in het Online Woordenboek
https://nl.thefreedictionary.com/wis
Printer Friendly
Nederlands Woordenboek / Dutch Dictionary
13.798.397.142
Bezoekers
Zoeken /
Pagina hulpmiddelen
A
A
A
A
Taal:
English
Español
Deutsch
Français
Italiano
العربية
中文简体
Polski
Português
Nederlands
Norsk
Ελληνική
Русский
Türkçe
אנגלית
Share on Facebook
Twitter
Download de App
Flitskaarten
?
Bladwijzers
?
+
Voeg de huidige pagina toe aan de lijst
Registreren
Aanmelden
Aanmelden / Registreren
Facebook
Twitter
Google
Share on Facebook
Download
de App
Tools
A
A
A
A
Taal:
English
Español
Deutsch
Français
Italiano
العربية
中文简体
Polski
Português
Nederlands
Norsk
Ελληνική
Русский
Türkçe
אנגלית
Mobiele apps:
apple
android
Voor bezoekers:
Browser extensie
Woord van de Dag
Help
Voor webmasters:
Gratis inhoud
Link
Lookup box
Close
wis
Vertalingen
wis
bestimmt
,
Bund
,
Bündel
,
Büschel
,
Fascikel
,
gewiß
,
sicher
,
zuversichtlich
wis
bunch
,
bundle
,
cluster
,
sheaf
,
certain
,
sure
wis
sûr
,
assuré
,
certain
wis
covone
Woord Browser
?
▲
Winkeluitdrukkingen
winkelwagen
winnaar
winnares
winnen
winnend
Winnezele
winning
winst
winst maken
winstaandeel
winstbejag
winstdeling
winstgevend
winter
winter-
winter‐
winterachtig
wintereik
winterkoning
winterkoninkje
wintermaand
winters
winterslaap
wintersport
wip
wippen
wipte
Wirdum
wirwar
wis
wisent
wiskunde
wiskundig
wiskundige
wispelturig
wispelturigheid
wissel
wisselaar
wisselbaar
wisselborgtocht
wisselde
wisselde af
wisselde in
wisselde uit
wisselen
wisselend
wisselend van kwaliteit
wisselgeld
wisseling
wisselkantoor
wisselkoers
wisselruiterij
wisselstand
wisselvallig
wisselwachter
wisselwerking
wisselzang
wissen
wisser
wissewasje
▼
Facebook Share
Twitter
CITE
Site:
Volgen:
Facebook
Twitter
Rss
Mail
Delen:
Facebook
Twitter
LinkedIn
Mail
Open / Close