aanwijzen

(doorverwezen van aanwijzen)
Vertalingen

aanwijzen

andeuten, anweisen, weisen, zeigenindicate, suggest, finger, usherdésigner, indiquer, affecter (à), assigner, montrer, marquerdesignardenunziare, indicare, millantareutseกำหนด (ˈanwɛizə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd wees aan , voltooid deelwoord heeft aangewezen
1. met de wijsvinger wijzen naar (iets of iemand) een woord in een tekst aanwijzen
<woord waarmee je duidelijk maakt wie of welke je precies bedoelt> De aanwijzende voornaamwoorden zijn: die, dit, dat en deze.
2. (iemand) uitkiezen voor je pensionering een opvolger aanwijzen
3. laten zien De klok wijst aan hoe laat het is. Boeien wijzen aan waar de vaargeul is.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.